MINI MAYOR SPEECH

Voor de opening van Building Castles in the Sky schreef Mats Vandroogenbroeck een speech voor de kleine burgemeester van dienst. Tijdens de avond sprak burgemeester Les Moreels (9) voor de eerste keer haar volk toe met onderstaande woorden. 

 

 

Beste feestvarkens,

 

The Youth is the City!
Dat is de slogan van ons festival.
Maar wat betekent dat?
De jeugd is de stad?

Wij, de jeugd, wij wonen hier, net zoals iedereen. Net zoals jullie.
Wij gaan hier naar school, en spelen hier op straat.
Wij zijn deel van deze stad, net zoals jullie; de volwassenen.
Meer nog: wij, ‘kleintjes’, wij zijn ook nog eens de stad van morgen.
Want wanneer jullie al lang weg zijn, dan lopen wij hier nog altijd rond.
Daarom is de jeugd de stad, omdat we er simpelweg deel van uitmaken,
of we dat nu willen of niet.

Maar dan is er nog die tweede slogan: the City is the Youth!
Wat heeft dat te betekenen?
Dat Gent een jeugdige stad wil zijn?
Dat Gent the European Youth Capital is, dit jaar, in 2024?
Dat jongeren een jaar lang mee mogen beslissen,
werkelijk meebeslissen, over de toekomst van deze stad?

Als we zeggen dat de stad ook de jeugd is, dan zit daar een belofte in.
Een politieke belofte.
Jullie zeggen dat jullie — beleidsmakers, politici én kunstenaars — ons willen representeren.
Dat jullie onze dromen, door mature daadkracht, willen waarmaken.
Dat jullie onze wensen, door volwassen slagkracht, willen materialiseren.

Dat is dan ook het precieze opzet geweest van dit project;
Building Castles in the Sky;
Om onze dromen werkelijkheid te maken.
Om het onmogelijke, mogelijk te maken.
Om ons politiek en artistiek serieus te nemen.
Om ons voor één keer al stemrecht te geven.
Enfin, om luchtkastelen te bouwen die wij, de kleintjes, hebben verzonnen.

Yes!
Spannend.
Wat een idee!

En dus werd er aan een heleboel van ons, kinderen, gevraagd
‘wat hun dromen waren voor deze stad.’
Het lijkt logisch om dat aan ons te vragen.
Het lijkt logisch, omdat wij kinderen zijn.

Jullie zijn volwassenen,
en dat betekent dat de meeste verbeelding verdwenen is.
Jullie zijn serieus.
Bijna leeggelopen.
Bestoft en eeuwenoud.
Jullie kijken als vampiers naar ons, met jullie bloeddoorlopen ogen.
Hongerig naar naïeve en onbezoedelde kinder-ideeën.

En wij, de kleintjes, wat zijn we mooi!
Onbeschreven blaadjes.
Tabula rasa.
Pure potentie.
Onversneden toekomst.
Onvervuilde verbeelding.

En toch? Weet je wat onze dromen waren?
Onze magische, betoverende kinderdromen?
Weet je wat wij vroegen?

Wij vroegen nog een extra voetbalstadium.
Ja, een voetbalstadium, naast dat dat er als is.
Wij vroegen om veel geld, om de beste spelers te kopen, en snoep.
Wij vroegen een boulevard, vol met MacDonalds en KFC’s en Dunkin’ Donuts.
En wij vroegen ook fastfoodmachines, voor als de ketens gesloten waren op zondag.
24/7 fastfood, dat vroegen wij.
En heel veel games, oorlogsgames, op grote schermen.
Schermen maal duizend!

Teleurstellend he?

Pas op, ik wil mijn generatie hier absoluut niet in diskrediet brengen.
Wij zijn en blijven kinderen.
En dat betekent, dat wij iets van nature doen wat jullie vaak verleerd zijn.
Wij steken onze hand uit. Altijd.
Wij staan open voor alles.
Bij ons is er geen sprake van een ‘suspension’ of disbelief.

Neen, wij geloven in wat wij te zien krijgen.
In wat wij allemaal rondom ons voelen, en horen, en ruiken, en proeven.
Wij geloven in wat jullie ons tonen.
In wat jullie ons wijsmaken.

Wij, kinderen, wij zijn de spiegels en sponzen van de wereld waarin wij opgroeien.
Dus als jullie teleurgesteld waren over onze ideeën, dan is dat jullie schuld.

Precies daarom is het jullie plicht, jawel, dat horen jullie goed: jullie burgerplicht,
jullie verpletterende verantwoordelijkheid,
als leerkrachten, als ouders, als schrijvers en kunstenaars en politici,
of simpelweg als volwassenen, 

om onze verbeelding in vuur en vlam te zetten.
Om plekken te creëren die nu nog onbereikbaar lijken,
en opgestegen van deze wereld.
Om voor ons kastelen te bouwen, desnoods in de lucht als we daarom vragen.

Dit is een voorstel tot samenwerking.
Een uitgestoken hand, van ons naar jullie.
Ik meen het.
Jullie hebben ons nodig.
Jullie hebben ons meer nodig dan wij jullie.

Wij zijn niet de kinderen op de schouders van reuzen.
Het zijn jullie reusachtige fouten die op onze schouders terecht komen.
Daar zijn wij ineens nog niet boos over.
Ik zei het al: wij nemen de wereld zoals die is.
Wij zijn nog niet nostalgisch, laat staan rancuneus.
Dat komt wel als we volwassen worden.

Het enige wat we van jullie vragen, is dat jullie onze verbeelding voeden.
Dat jullie ons godverdomme de beste verhalen voorschotelen die jullie te bieden hebben.
Verbindende en geëngageerde en liefdevolle verhalen.
Enfin, verhalen die vandaag vaak verre sprookjes lijken.

Ik waarschuw jullie.
Als je onze verbeelding verwaarloosd,
dan betalen niet enkel jullie,
maar ook wij de prijs.