Robbe Vandenven

residency, NWNM

Een man.
Hij staat, hij kijkt: naar het strand, de zee.
Het is eb, de zee is kalm, het seizoen is onbestemd, de tijd, traag.

(fragment uit Liefde, Duras, 1972, p. 7)

 

Op de scène staan drie figuren. Ze bewegen alsof ze dansen. Alleen, tezamen, tezamen alleen. Sommigen tuiten hun lippen, bewegen hun tong. Mogelijks praten ze, mogelijks ook niet. Misschien zingen ze? Huilen ze? Wie zal het zeggen. Zo nu en dan, gisteren, brengt de derde snaren aan het trillen.

Uroboros wordt een voorstelling waarin gepoogd wordt om daadwerkelijk de tijd te nemen. Een ontmoeting vindt plaats, er wordt stilgestaan, iemand droomt weg, een ander herinnert zich. Samen vergeten ze. Iemand gaat weg. Komt steeds terug. Altijd. Terug.