Emiel Vandenberghe

residency, NWNM

De noodzaak om klassiek ballet als authentieke vorm te beheersen en verpersoonlijken, is er voor mij als danser altijd geweest. Ik resideer om ook als maker die fascinatie te onderbouwen met eigen research en met concreet onderzoek: hoe ik én het ballet in haar zuiverste vorm tot haar recht kunnen komen én tegelijk de vrijheid als hedendaagse kunstenaar kan vinden die discipline te transformeren naar een eigen taal.

Een van de krachtigste verbanden is de oervorm moeder-kind, die zelfs al op celniveau miljoenen jaren ouder is dan de mensheid, een kracht die sterker lijkt dan onszelf, een natuurfenomeen dat ik sterk ondervind met mijn eigen moeder. In de balletwereld voel ik dit ook: in het beeld, de aanwezigheid van de ballerina die voorbij de levenslijn van haar carrière is, in haar wijsheid, in een voor de balletwereld ‘uitgedanst’ lichaam. Dat beeld intrigeert me mateloos en roept zelfs de obsessie op die me doet denken aan de relatie met mijn eigen moeder.