[Artikel] BREAKFASTCLUB #6 —
Opgezet spel
Tijdens het afgelopen Theaterfestival streek het reflectie- en presentatieplatform BREAKFASTCLUB neer in DE SINGEL in Antwerpen. Daar zou tijdens een frisse ochtendsessie worden gekeken naar en gepraat over het spel als artistieke tool. Een panel van kunstenaars en pedagogen werd die ochtend vervoegd door een klasje zevenjarigen dat ons – volwassenen – zou verrijken met hun expertise. Foute inschatting. Regel één van het kinderspel luidt immers: opgezet spel is gedoemd tot mislukken.
Door Evelyne Coussens
BREAKFASTCLUB verenigt artistieke presentatie en reflectie. Voor het eerste deel staat een vertoning op het programma van een luik van Sarah Vanagts film Divinations (2019). De kunstenaar liet in Brussel, Sarajevo en Athene kinderen de toekomst voorspellen aan de hand van gruis en afval dat ze op straat vonden. De resten werden op transparante tape geplakt en zo door een oude toverlantaarn gehaald. Terwijl Vanagt de strips door het oog van het toestel trekt, laten de kinderen hun verbeelding de vrije loop in een voice-over. Het tunnelzicht dat de lantaarn creëert maakt van Divinations een ietwat claustrofobische film, de commentaren van de kinderen voegen daar een dystopische laag aan toe. Hun fantasieën maken op slag komaf maakt met de illusie dat kinderen in een zoete, onaangetaste kinderwereld leven – die uit Brussel staan alvast met hun voeten stevig in de realiteit. Hun fantasieën meanderen van overstromingen en terrorisme naar de komst van tirannen en een invasie van pollen. Het regent onafgebroken in Brussel. Eén meisje bedenkt een wandelsok met uitklapbare deken, voor de vele bedelaars in haar stad.
“De fantasieën van de Brusselse kinderen meanderen van overstromingen en terrorisme naar de komst van tirannen en een invasie van pollen.”
Divinations wordt gevolgd door een lezing uit Bambiraptor, een voorstelling voor een jong publiek van Mats Vandroogenbroeck en Jonas Baeke (2021, bij KOPERGIETERY) die een tweede leven kreeg als kinderboek – en zich uitstekend leent voor voorleessessies, zo blijkt. De kleurrijke taalspelen en expressieve dialogen slaan aan bij onze experts – in het bijzonder een scène waarin de twee protagonisten stevig tegen elkaar staan te roepen. De bedoeling is om tijdens de uitwisseling die volgt dieper te graven naar de manier waarop de ‘speelsheid’ van het kinderspel en de kinderlijke verbeelding vormend kunnen zijn voor een artistieke creatie.
Slurpen
Vooraan zitten naast moderator Vincent Focquet ook multidisciplinair kunstenaar Junior Akwety, artistiek pedagoge Maily Beyrens Xu en Simon D’Huyvetter van het Gentse kleutertheater 4Hoog. Vlak voor dit panel zitten de kinderen op kussens. Ze beschikken over stiften en een groot vel papier om op te tekenen en er is een vlag met een vraagteken waarmee ze zich in het gesprek kunnen mengen.
Dat zal niet gebeuren, of toch niet spontaan. Niet dat er door de kinderen niet wordt gesproken of gespeeld. Maar ze doen dit de hele BREAKFASTCLUB lang op hun voorwaarden, op hun tempo, volgens hun goesting. Het zijn de volwassenen, vooraan en in de zaal, die snel moeten schakelen en zich plooien naar datgene wat ze niet hadden verwacht: 23 zevenjarigen die absoluut niets hebben te melden over hun eigen spel en op elke vraag die hun wordt gesteld (‘Wat vond je leuk aan de tekstlezing?’) antwoorden met de grootst mogelijke clichés (‘Dat die ene meneer zo begon te roepen!’). De pogingen van de klasjuf, het panel en de zaal om tot interessante inhoud te komen zijn aandoenlijk, maar we moeten eerlijk zijn: er valt in dialoog met de kinderen niet één relevant inzicht te rapen over spelen in een artistieke context.
“De pogingen van de klasjuf, het panel en de zaal zijn aandoenlijk, maar er valt in dialoog met de kinderen niet één relevant inzicht te rapen over spelen in een artistieke context.”
Wat hadden we dan eigenlijk verwacht? Dat een groep zevenjarigen om half negen in de ochtend interesse zou opbrengen in ons intellectuele debat over hun spel? Waarom proberen we zo’n thema eigenlijk eerst te intellectualiseren en er vervolgens door de aanwezigheid van kinderen opnieuw een soort ‘authenticiteit’ in te blazen? Kinderen laten zich niet zomaar ‘slurpen’ – een prachtig woord dat ik onlangs leerde van een groep pubers. Want wat zou deze klas in ruil voor haar input eigenlijk van ons terugkrijgen? Wat hadden wij voor de kinderen voorzien als return on investment? Niks, we hadden gedacht dat ze het gewoon voor onze schone ogen zouden doen. Maar zevenjarigen willen niet praten over spelen. Ze willen spelen.
Herpositioneren
Het interessante aan deze BREAKFASTCLUB is zo vooral dat de kinderen ons die ochtend met de aard van deze verwachtingen confronteerden, met een knoert van een blinde vlek over wat kinderspel is, en hoe de perspectieven daarop grondig van elkaar verschillen. Iedereen die thuis kinderen heeft rondlopen zal beamen dat kinderspel vaker saai, langdradig, ongerijmd en niet grappig is dan poëtisch en diepzinnig. Toch lijken we uit kinderen steeds weer een soort ongerepte creativiteit en ongekende fantasie te willen putten – misschien omdat we menen dat we zelf toen over die wonderlijke gaven beschikten? Het is een nostalgie van volwassenen. Zoals Divinations ook al bewees: er is geen andere wereld dan die waarin ook kinderen leven, we leven in een gedeelde wereld. Kinderen zijn net als ieder ander mens onderhevig aan kapitalistische mechanismen. Geef kinderen hun zin, en ze zetten de wereld vol McDonald’s.
“We lijken uit kinderen steeds weer een soort ongerepte creativiteit en ongekende fantasie te willen putten, ook al is kinderspel vaker saai, langdradig en ongerijmd dan poëtisch en diepzinnig.”
Het tweede boeiende aspect aan deze BREAKFASTCLUB is dat hetgeen was opgezet als een gesprek het karakter krijgt van een interventie, een performatief gebeuren. Want daar staan we dan. De patstelling met de kinderen dwingt ons te herpositioneren, de waarde elders te zoeken dan in intellectuele uitwisseling. En dus gaan we de betekenisleegte die de kinderen achterlaten zélf opvullen. De microfoon gaat gretig rond, er komen vragen vanuit de zaal (meestal door de publieksopstelling geconditioneerd om stil te blijven), de juf komt tussen, de kunstenaars beginnen elkaar vragen stellen. Zo wordt deze BREAKFASTCLUB alsnog een informele, geanimeerde uitwisseling – tussen volwassenen. Over het al dan niet normatief zijn van spelen, over de representatie van spelen op het toneel, over de sociale constructies waarbinnen we spelen. Af en toe tracht een moedige volwassene nog eens opnieuw het gesprek met de kinderen te openen, maar dat lijntje breekt snel af.
Laat ons deze BREAKFASTCLUB dus een oefening noemen, in plaats van een gesprek. Een mooie en verwoede oefening, die poogt een opgezet maar mislukt spel te laten transformeren tot een betekenisvolle kennisuitwisseling. Reflectie Jim, but not as we know it.
Dit artikel werd gepubliceerd op rekto:verso.